Hoe moet je jonge journalisten opleiden in een sterk veranderend werkveld? ‘Omgaan met de complexiteiten in het huidige vak is grappig genoeg teruggaan naar de basisvaardigheden en nieuwsgierigheid,’ zegt Erik van Heeswijk, hoofdredacteur VPRO Digitaal. Dit zei hij tijdens de tijdens de Ronde Tafelconferentie ‘Journalistiek: Werken en Opleiding V’.
In het mediavak draait het niet meer om de vraag hoe je het publiek vindt, als je ze maar vindt. Al is het via het tv-scherm van de magnetron. ‘Als het moet kiezen we de gekste distributiemedia’, zegt Erik van Heeswijk, hoofdredacteur van VPRO Digitaal.
De snelle veranderingen maken het journalistieke vak erg complex en roepen de vraag op hoe je jonge journalisten kunt opleiden. Volgens Van Heeswijk moeten journalisten hoe dan ook een paar dingen heel goed kunnen en dat zijn de basisvaardigheden leren van bijvoorbeeld research en schrijven. Journalisten van vandaag en morgen moeten een journalistieke nieuwsgierigheid hebben en een vormelijke nieuwsgierigheid en dus nadenken over mediavormen. ‘Die basisnieuwsgierigheid is ongelooflijk belangrijk.’
Uitgevers kunnen, aldus Van Heeswijk, een rol spelen door ruimhartig met stages om te gaan, het overbrengen van een journalistieke basishouding en een education permanente voor de eigen werknemers.
Peter de Vries, directeur van de School voor Journalistiek Utrecht, onderkent die complex wordende beroepspraktijk en stelt dat de opleiding ondermeer de studenten stagebekwaam moeten maken voor alle media, dus radio, tv, print en web. Die brede mediumbeheersing is de basis. Crossmedia-journalistiek is geen techniekje, maar een beheersing van meerdere mediatypen en het schakelen daartussen.