De rechtbank Maastricht heeft de schadeclaim van advocaat Theo Hiddema afgewezen. De strafpleiter eiste 15.000 euro van cartoonist Ruben L. Oppenheimer, omdat hij Hiddema in een satirische cartoon “louche” had genoemd. Hoewel de rechtbank die aanduiding onrechtmatig vond, is onvoldoende aannemelijk dat Hiddema deze schade heeft geleden.
Oppenheimer moet een rectificatie plaatsen omdat de term louche volgens de rechter is gepresenteerd als een feit waarvoor onvoldoende feitelijke onderbouwing aanwezig is.
De cartoonist gaat hiertegen in hoger beroep. Het is zijn artistieke vrijheid om in cartoons een prikkelende mening te geven, daaraan mag niet de strenge eis worden gesteld dat hij die mening moet kunnen bewijzen. Oppenheimer wordt bijgestaan door de NVJ Advocaten & Juristen.