Procedure tegen verhoging AOW-leeftijd strandt

woensdag 23 april 2014

De Rechtbank Amsterdam heeft bepaald dat de verhoging van de AOW-leeftijd met een maand in 2013 niet in strijd is met het internationaal recht.

In een tegen de Staat aanspannen rechtszaak werd door een pensioengerechtigde bezwaar gemaakt tegen het feit dat hij pas in maart 2013, een maand na zijn 65e verjaardag, een uitkering op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW) kreeg. Hij meende dat de overheid door de verhoging van de AOW-gerechtige leeftijd inbreuk maakte op zijn eigendomsrecht en dat hij daardoor financieel nadeel heeft geleden. De rechtbank ging hier niet in mee. Ook al was de AOW-leeftijd lange tijd 65 jaar, de wetgever heeft volgens de rechter het recht om wetten te veranderen. Bovendien is Nederland er internationaal op aangesproken het pensioenstelsel aan te passen. Door het pensioenstelsel aan te passen moeten het pensioen en de AOW betaalbaar blijven. Het nadeel voor de man (een verschuiving van de ingangsdatum met één maand) was bovendien beperkt en deels gecompenseerd doordat zijn bijstandsuitkering doorliep tot aan zijn AOW-leeftijd.

Op dit moment bekijken een aantal FNV-bonden, waaronder de NVJ of hoger beroep tegen een andere uitspraak over de verhoging van de AOW-leeftijd zin heeft. In deze procedure tegen de Staat werden de FNV bonden niet ontvankelijk verklaard.

Bron: uitspraken.rechtspraak.nl