Politie zegt betere erkenning politieperskaart toe

vrijdag 2 november 2012

Een betere erkenning van de Landelijke Politie Perskaart, een betere persalarmering en op de politieopleidingen intensieve aandacht voor het omgaan met pers. Deze toezeggingen werden gisteren gedaan door Yvette Moll, hoofd communicatie van de Nationale Politie tijdens een debat over de verhouding pers en politie, georganiseerd door de NVJ en Stichting Waardering Erkenning Politie (WEP).

V.l.n.r. Thomas Bruning (NVJ, Ilan Sluis (NOS) en Jaco van Hoorn (plv korpschef Hollands Midden) – foto: Eric Brinkhorst

Onder leiding van NOS-verslaggever Jeroen Wollaars gingen ervaringsdeskundigen en eindverantwoordelijken van politie en pers met elkaar in debat over problemen, misverstanden en ergernissen tussen de beide beroepsgroepen met als doel te komen tot een betere werkverhouding en kennis en respect voor elkaars belangen.

Behalve dat er gedeelde belangen zijn, vervullen pers en politie elk een wezenlijk eigen rol die de andere partij goed moet begrijpen. Waar de politie een opsporingsbelang heeft, met orde handhaven en primair oog hebben voor het incident, hebben de media vooral een tijdsbelang. Journalisten moeten met camera op de betreffende plek kunnen komen waar zij beeld kunnen draaien en willen zelf de privacyafwegingen kunnen maken. Het zelf gaan twitteren en fotograferen door politie werkt daarbij averechts. Hierdoor worden de rollen van beide groepen verward en lijkt het alsof politie ook de regisserende rol van de media wil overnemen. Politie moet zorgen voor neutrale alarmering en zorgen dat de media hun werk kunnen doen.

NVJ-secretaris Thomas Bruning: “Beide partijen hebben elkaar nodig, maar je merkt heel duidelijk dat er ook veel onbegrip is. Dat alleen al is een goede reden om met elkaar in gesprek te gaan over zowel je eigen belangen als over respect voor de andere partij. Ik geloof zeker dat de erkenning van beroepsbelangen dan beter zal standhouden op het moment dat beide beroepsgroepen elkaar treffen.”

Tijdens de debatavond kwamen beide beroepsgroepen tot een aantal conclusies, zoals:

- door een steviger profiel van de politieperskaart kan er een scherper onderscheid komen tussen amateurs en ‘cowboys’ en professionals, die ook aanspreekbaar moeten zijn op hungedrag; – de rol van de media moet vroeger op de opleiding worden behandeld; – meer overleg op nationaal niveau over persalarmering, die regionaal – ronduit slecht functioneert en over incidenten aan beide kanten, waaruit lessen kunnen worden getrokken.

De Nationale Politie gaat daarom werk maken van een betere erkenning van de Landelijke Politie Perskaart door actieve deelname in het LPP-bestuur en een betere persalarmering in alle regio’s. Ook zal er op de politieopleidingen intensieve aandacht worden besteed aan het omgaan met de pers en de rechten van journalisten. Dit moet ervoor zorgen dat de politie communicatiever wordt, los van de rol van de politievoorlichters.