Inbreukmakende foto in fotolijstje?

maandag 13 januari 2014

Voor de vraag of er in een concrete situatie sprake is van een auteursrechtschending spelen omvang, duur of opzet van de inbreuk in principe geen rol. Dat de praktijk vaak weerbarstig is, blijkt uit een recent vonnis van de Rechtbank Amsterdam. Artikel 18a van de Auteurswet gaf de doorslag: “als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt niet beschouwd de incidentele verwerking ervan als onderdeel van ondergeschikte betekenis in een ander werk.”

De casus was als volgt:
Door een Nederlandse webwinkel wordt een fotolijstje te koop aangeboden. In dit lijstje is een afbeelding te zien van een kussende bruid en bruidegom. Het betrof hier een zogenaamde stockfoto waarvan de rechten bij een internationaal fotostockbureau lagen en niet bij de webwinkel. Een en ander leidt tot een juridisch geschil met een verrassende uitkomst.

De rechtbank is van oordeel dat – voor zover al zou moeten worden aangenomen dat sprake is van auteursrechtinbreuk – deze inbreuk van een zeer beperkte omvang en duur is geweest. Uit alles blijkt dat de webwinkel niet doelbewust de gewraakte foto op haar website heeft geëxploiteerd, maar dat zij slechts beoogde om drie fotolijstjes die zij te goeder trouw in Engeland had gekocht met een zeer bescheiden winst door te verkopen via haar website. Gelet hierop ziet de rechtbank aanleiding aansluiting te zoeken bij de zogenaamde ‘de-minimis’-bepaling van artikel 18a Aw en voornoemd gebruik van de foto door de webwinkel aan te merken als een incidentele verwerking als onderdeel van ondergeschikte betekenis in een ander werk. Er is derhalve sprake van een bagatel, zodat de vorderingen van het fotostockbureau dienen te worden afgewezen.

> Bron Boek 9