Donner: ‘Wob moet beperkt blijven tot overheidsbesluiten’

dinsdag 3 mei 2011

Openbaarheid van bestuur en persvrijheid hebben weinig met elkaar te maken. Dat zei minister Donner tijdens de Dag van de Persvrijheid op dinsdag 3 mei. ‘De Wet openbaarheid van bestuur (Wob) biedt mooie gelegenheden voor journalisten, in die zin is openbaarheid van bestuur een vorm van staatsteun voor de pers. Maar de wet is nooit bedoeld geweest om kranten of programma’s te maken.’

De minister vindt dat de werking van de wet beperkt moet blijven tot overheidsbesluiten en de bijbehorende onderzoeken en niet het proces van die besluitvorming . ‘Om die reden zijn ook uw redactievergaderingen niet openbaar. Alleen de uitkomst telt. Het is met wetten net als met worstjes, je kunt beter niet zien hoe ze gemaakt worden.’

Volgens Donner hoeft Nederland zich niet te schamen als het gaan om open government. Na Zweden staat ons land op de tweede plaats. Nederland voldoet aan alle voorwaarden. ‘Ik denk dat het lage aantal Wob-verzoeken wijst op het feit dat al heel veel informatie openbaar is via websites zoals overheid.nl of dataoverheid.nl.’

De minister wil geen verdere aanscherping van de Wob. Wel noemde hij een aantal knelpunten, zoals het oneigenlijke Wob-verzoek. Hij vindt dat er prioriteiten gesteld moeten worden. ‘Wob-verzoeken zijn soms een schot hagel waar tientallen ambtenaren een dagtaak aan hebben, maar zij zijn er niet voor een scoop van een journalist.’ Ook worden volgens de minister Wob-verzoeken oneigenlijk ingezet met het oog op een vergoeding als de termijn van beantwoording wordt overschreden.

Donner vond verder de kritiek over het aantal overheidsvoorlichters een non-issue. ‘Beklag over inkleuring van berichtgeving is een bewijs van onmacht. Als de pers niet in staat is door de schijn van overheidsvoorlichting heen te prikken, waartoe zijn zij dan wel in staat als er geen voorlichters zijn?’
Met de komst van internet en het gegeven dat talloze sites informatie klakkeloos overnemen, is het de taak van overheidsvoorlichting om verwarring te voorkomen. De wereld is in dat opzicht fundamenteel veranderd. De recente ontwikkelingen in Noord-Afrika laten het effect zien van social media. ‘Vooralsnog beschouwen we dat als positief. Maar het kan ook elders worden ingezet met minder goede bedoelingen.’

Pers en overheid hebben elkaar nodig, constateerde de minister. Onderzoek over de werking van de Wob wijst uit dat driekwart van de journalisten vindt dat ze serieus worden genomen door voorlichters en dat ruim de helft meer verwacht van een goed persoonlijk contact dan van het indienen van een Wob-verzoek. Volgens Donner dragen persoonlijke contacten tussen beide partijen meer bij dan wantrouwen, procedures en geschillen.

Thomas Bruning van de NVJ vindt het betoog van Donner deels filosofisch en ‘deels zullen we hem op zijn daden moeten beoordelen. Als eerst zou hij het verdrag van Tromso moeten ondertekenen’. Volgens Bruning miskent Donner dat het bij de overheid gaat om gekozen bestuurders die de plicht hebben transparant te werk te gaan en daarbij niet alleen de uitkomsten moeten delen met het publiek, maar ook de overwegingen. ‘Wat Donner voorstelt is dat we terug naar de tijd van Colijn gaan.’

Het betoog van minister Donner werd kritisch ontvangen. Kees Schaepman concludeerde dat wantrouwen juist de basis is voor onderzoeksjournalistiek. Alleen afgaan op de uitstekende contacten tussen journalisten en voorlichters brengen geen onthullende verhalen.

Roger Vleugels, adviseur op het gebied van openbaarheid van bestuur, vond het betoog van minister Donner schrikbarend. ‘Er wordt gedaan alsof de Wob alleen maar werkdruk betekent, terwijl het hier in Nederland een klein fenomeen is.’ Ook hekelde hij de uitspraak van de minister dat de werking van de wet beperkt moet blijven tot overheidsbesluiten ‘Je hebt reconstructie van het beleid, alsmede de voorbereiding daarvan.’

Birgitta Jónsdóttir, lid van het IJslandse parlement en drijvende kracht achter het Icelandic Modern Media Initiative, was geschokt door de uitlatingen van de minister, maar evenzeer door de beleefde houding van de aanwezige journalisten. ‘Dit was meer dan een bom. Hier moeten jullie tegen vechten.’