David van Dam: ‘De verantwoordelijkheid ligt bij onszelf’

Fotograaf voor o.a. NRC Handelsblad, Nederlands Dagblad, Nederlandse Vereniging van Banken, ZB-communicatie

Waarom hou je van dit vak?

‘Ik ontmoet elke dag andere mensen, ik werk elke dag op andere plekken. Ik kom zo ongelooflijk veel mensen tegen tijdens mijn werk die iets bijzonders hebben. En ik weet nooit vooraf hoe mijn week eruit gaat zien. Elke dag is een verrassing en de dag erna staat mijn foto ook nog eens in de krant.’

Waarom is fotojournalistiek zo belangrijk?

‘Fotojournalistiek is belangrijk omdat je bijdraagt aan de geschiedenis en de geschiedschrijving. Het gaat niet alleen om de foto alleen, het gaat om de impact van de foto. Er zijn dingen die je als maatschappij moét laten zien. Daar zijn wij, fotojournalisten, onderdeel van. Het wordt erg kaal als je alleen nog maar geregisseerde persmomenten krijgt of als je als krant nog maar op één persbureau leunt.’

Hoe heb jij het vak zien veranderen?

‘Ik behoor tot de groep fotojournalisten die goed draait en voor kranten werkt die nog steeds aandacht en geld besteden aan fotografie. Maar je praat over een zo’n twintig tot dertig fotojournalisten die een goede basis hebben. Daarbuiten is er een groep van wel honderden fotografen die het veel moeilijker heeft gekregen. Mij gaat het nog goed maar als we op deze wijze verdergaan, ga ik het ook merken. Want uiteindelijk is dit wel een race to the bottom. Neem het voorbeeld van de archiefverkoop via fotobureaus: één euro voor een foto. Afnemers, en het zijn vaak niet de minste media, geven op dat moment die waarde aan een foto. Dat is een ongelooflijke achteruitgang van de waardering en ook de financiële waardering voor beeld. Dat maakt de situatie erg zorgelijk.’

Waarom doe je mee aan de campagne ‘Journalistiek heeft een prijs’?

‘Ik wil bijdragen aan de bewustwording dat de verantwoordelijkheid bij onszelf ligt en laten zien dat we als groep de macht hebben om dit te veranderen. Wij zijn de fotojournalisten die het beeld maken wat kranten nodig hebben. We leven in een beeldmaatschappij, dus er is ook steeds meer beeld nodig. Tarieven moeten niet van bovenaf worden opgelegd, wijzelf moeten onze waarde kunnen bepalen: “dit is het waard en dit is het tarief dat ik vraag”.’